Smeerpasta's voor gangbare boutverbindingen

De boutverbinding heeft zijn eigen specifieke kenmerken. Tijdens het aandraaiproces wordt de boutverbinding belast op spanning, torsie en mogelijk op flexie. Naarmate de voorspanning toeneemt, neemt de druk in de contactvlakken toe.

Deze uitgangspunten moeten worden gebruikt als basis voor de keuze van een smeermiddel voor een conventionele boutverbinding.

Er zijn veel smeerpasta's waarvan wordt beweerd dat ze een lage wrijvingscoëfficiënt hebben. Een lage wrijvingscoëfficiënt op zich is echter geen garantie. Er moet ook rekening worden gehouden met hoe het is gemeten en volgens welke norm.

De wrijvingscoëfficiënt is niet één getal. Het is noodzakelijk om de trend en variatie ervan te kennen, afhankelijk van de belasting tijdens het aandraaien van de boutverbinding.

De wrijvingscoëfficiënt van een boutverbinding wordt getest volgens EN ISO 16047, waarin de voorwaarden voor torsie- en klemkrachttests op bevestigingsmiddelen zijn vastgelegd.

De door de fabrikant opgegeven waarde van de wrijving op basis van een andere meetmethode, bijvoorbeeld de vierkogeltest of de pen-op-schijf-test, is misleidend voor de berekening van het aanhaalmoment.

Deze tests bepalen niet de wrijving in de schroefdraad of onder de moer, inclusief de spreiding ervan. Noch de totale wrijving, noch de aanhaalfactor, de k-factor, kan hieruit worden afgeleid.

De werkelijke wrijvingswaarde gemeten met een andere methode dan EN ISO 16047 varieert aanzienlijk.

* Vierkogeltest: Methode voor het meten van de wrijvingscoëfficiënt voor oliën en smeermiddelen. De belastingsweerstand van het smeermiddel en een algemene slijtage-index worden geëvalueerd. De test is onderverdeeld in de ASTM D 2596 lastest en de ASTM D 2266 slijtagetest. ** Pin-on-Disc: De meting bestaat uit het drukken van een stevig bevestigd kogelvormig testlichaam (PIN) in een testmonster (schijf) met een vooraf bepaalde kracht.

Klanten nemen vaak contact met ons op om het aanhaalmoment te berekenen. Vervolgens willen ze het bevestigingsmiddel met hun eigen krachten en met hun eigen smeermiddel aandraaien.

Met het oog hierop voeren we controlemetingen uit van wrijvingscoëfficiënten, inclusief hun spreiding, voor smeermiddelen die we in het verleden niet hebben gemeten. Dankzij ons eigen laboratorium, waarin we de metingen uitvoeren in overeenstemming met EN ISO 16047, hebben we vervolgens nauwkeurige en realistische wrijvingscoëfficiënten voor individuele smeermiddelen over het hele bereik van toelaatbare boutbelastingen.

Op basis van de honderden metingen die we hebben uitgevoerd, kunnen we zeggen dat de werkelijke wrijvingscoëfficiënten in veel gevallen verschillen van de coëfficiënten die algemeen beschikbaar zijn in de materiaalinformatiebladen. De verschillen kunnen oplopen tot tientallen procenten en worden vaak veroorzaakt door verschillende meetmethoden.

Bij het aandraaien van de flensverbinding zelf moet altijd hetzelfde smeermiddel worden gebruikt als waarmee rekening is gehouden bij de berekening. Anders kunnen de afzonderlijke bouten te vast of te laag worden aangedraaid en kan de afdichting worden onder- of overgedrukt.

(/files/Products_nase/LFbooster/Booster_cans_P1230817-800x533px.jpg)

De \{#producttitle\\}}}134\{{/producttitle\}} is een vast pastasmeermiddel met een lage en constante wrijvingscoëfficiënt, ontworpen voor conventionele boutverbindingen.

Na het mengen wordt het smeermiddel met een borstel aangebracht op de schroefdraad, ringen en moervlakken of onder de boutkop. Het vormt een effectieve smeerfilm tussen de wrijvingsvlakken die de schroefdraad en moer van elkaar scheiden. Naarmate de druk toeneemt op de schroefdraadcontactvlakken en onder de moerkop, verandert de wrijvingscoëfficiënt niet, zie grafiek.

Boutverbindingen worden standaard koud aangedraaid. De temperatuurbestendigheid van de smeermiddelen geeft eerder een indicatie van hun vermogen om ervoor te zorgen dat de boutverbinding later loskomt. De temperatuurbestendigheidstest van een vastgedraaide boutverbinding met pasta\{#producttitle\\}}}134\{{/producttitle\}} werd uitgevoerd na verhitting tot 600 °C en daaropvolgende afkoeling.

Om u een idee te geven, ziet u hier een vergelijking van de wrijvingskrommen van de ongesmeerde bout, de gesmeerde bout en de bout die vastgezet is met pasta \{#producttitle\\}}}134\{{/producttitle\}}.

Vergelijking van wrijvingscoëfficiënten van LF Booster smeerpasta, hoge temperatuur metaalgebaseerde pasta en smeermiddelvrije schroefverbinding. Uit de bovenstaande grafieken blijkt dat de wrijvingscoëfficiënt constant is voor \{#producttitle\\}}}134\{{/producttitle\}} het smeermiddel gedurende de gehele toelaatbare boutbelasting, wat niet het geval is voor standaard pasta's op metaalbasis. Een wrijvingscoëfficiënt die varieert over de boutkracht is niet wenselijk.

Naarmate de wrijving toeneemt, ontstaat metaal-op-metaalcontact op de schroefdraadcontactvlakken. Dit verschijnsel in de boutverbinding veroorzaakt vervolgens vastlopen en veroorzaakt extra ongewenste torsiespanning op de bout. Tijdens het aandraaien kan de vereiste voorspanning in de bout niet worden bereikt.